Madonna met kanunnik Joris van der Paele (jan van Eijck,1436)
Over ons
Bij "Jan van Eijck revisité à la loupe" zijn we gepassioneerd door de rijke geschiedenis en het ongeëvenaarde vakmanschap van Jan van Eyck. Onze doel is om de schoonheid en complexiteit van zijn werken met hulp van "Closer to Van Eyck (kikirpa.be)" op een toegankelijke manier te delen. Met een team van amateurs en liefhebbers, duiken we in de diepte van zijn schilderijen om u dichter bij de ware essentie van zijn kunst te brengen. Van diepgaande analyses tot fascinerende achtergrondverhalen, wij streven ernaar om een verrijkende ervaring te bieden aan iedereen die meer wil leren over deze iconische kunstenaar. Onze blog is een eerbetoon aan de vernieuwing en het meesterschap van Van Eyck, en een uitnodiging aan u om deze reis door de kunstgeschiedenis met ons te delen.

HOMME AU TURBAN ROUGE (Jan van Eijck,1433)
Korte biografie de Jan van Eijck
Jan van Eyck (circa 1390 - 9 juli 1441) was een kunstschilder uit de renaissance die voornamelijk actief was in Brugge. Men rekent hem naast Robert Campin en Rogier van der Weyden tot de voornaamste vertegenwoordiger van de Vlaamse Primitieven.
Er blijft onzekerheid omtrent de geboorteplaats van Jan van Eyck. Vermoedelijk werd hij geboren rond 1390, mogelijk in Maaseik, een stad in het huidige België, gelegen in het bisdom Luik. Zijn exacte geboortedatum en -plaats zijn echter niet met zekerheid vastgesteld.
Tijdens zijn leven was Jan van Eyck wellicht de beroemdste schilder van Europa en stond hij al vroeg te boek als de “uitvinder” van de olieverfschilderkunst. Hoewel dit laatste in de 20e eeuw als een legende werd afgedaan, is het duidelijk dat Jan van Eyck een cruciale rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van deze techniek. Zijn verfijnde olieverftechniek en de op waarneming gebaseerde weergave van de zichtbare werkelijkheid waren baanbrekend en zouden al snel in heel Europa navolging krijgen.
Jan van Eyck introduceerde in de schilderkunst een nooit eerder gezien naturalisme, dat zijn wortels heeft bij eerdere ontwikkelingen in de miniatuurkunst.
Zijn innovaties vertonen opmerkelijke parallellen met ontwikkelingen in de Florentijnse schilderkunst van het quattrocento. Hoewel er veel gespeculeerd is over de banden tussen Van Eyck en zijn Italiaanse collega’s (zoals Masaccio en Domenico Veneziano), ontbreken tastbare bewijzen of documenten die deze verbanden kunnen bevestigen.
Over de Loep "Closer to Van Eijck"
Sinds de komst in 2012 van de website "Closer to Van Eijck" kunnen de werken van Van Eijck diepgaander dieper worden onderzocht en enkele aanwijzingen en details aan het licht brengenen details die ons ertoe kunnen brengen bepaalde vaststaande hypothesen te heroverwegen.
Het online inzoomen op details geeft een inzicht in de fabelachtige precisie en de even spontane als vaste hand van de meester. De speling van het licht op metalen, planten, haar en huid en texturen wordt met ongeëvenaarde zorg afgebeeld. Niet minder dan 75 verschillende plantensoorten in het werk kunnen nu door botanici worden geïdentificeerd en de schaduwweergave van bladeren, bomen en struiken biedt een wonderlijk gevoel van diepte en driedimensionaliteit. Zelfs de grond vertoont ongeziene nuances, van zompige modder tot zacht zand en harde rotsen bezaaid met edelstenen, kristallen en koraal. De reiniging bracht ook minutieus gedetailleerde gebouwen aan het licht die eeuwenlang verborgen waren onder lagen van overschildering.
U kunt zelf mee kijken naar de onder aangegeven schilderijen met deze link: Closer to Van Eyck (kikirpa.be)
DE ZEVEN ZELFPORTRETTEN
Bij het tellen van alle zelfportretten die gebruikt zijn voor de verschillende bekende(en minder bekende) hypothesen, komen we uit op zeven.
Inderdaad, iedereen heeft het recht om de versie te presenteren die hij als de beste beschouwt, maar het doel hier is niet om de huidige hypothesen te bekritiseren, maar eerder om de nieuwe elementen te benadrukken die worden aangebracht door de loep "Closer to Van Eijck" en wat ze kunnen bijdragen.
De linken hier onder stuur je direct naar de betreffende schilderij op de site "Closer to Van Eijck".
Op het Lam Gods-retabel (1432).

Het eerste zelfportret van Van Eijck waarin hij zichzelf zou hebben afgebeeld met zijn broer Hubert, bevindt zich op het paneel "De Rechtvaardige Rechters" van het Lam Gods-retabel.
Dit was het enige bekende zelfportret tot halverwege de 17e eeuw.
Man met rode tulban(1433)

De vraag over dit "zelfportret" is oud. Het gaat terug tot de inventaris opgesteld na de dood van Alathea Talbot, weduwe van graaf Thomas of Arundel, in 1655, waar het schilderij werd gepresenteerd als een zelfportret van Van Eijck.
Onder kunsthistorici lijkt Erwin Panofsky (De Vlaamse Primitieven 1953) de oorsprong van deze neiging te zijn. Andere specialisten op dit gebied, zoals E. Dhaenens en A. Chatelêt, zien er ook een portret van Van Eijck in. Er bestaat echter geen officieel bewijs van een dergelijke identificatie.
Closer to Van Eyck | Further Works by Jan van Eyck (kikirpa.be)
Het personage in de spiegel van de "Arnolfini Bruiloft" (1434).

Dit kleine personage gekleed in het rood wordt soms in bepaalde hypothesen beschouwd als een afbeelding van Van Eyck.
Closer to Van Eyck | Further Works by Jan van Eyck (kikirpa.be)
Het personage op "De Maagd van kanselier Rolin" (1435).

Op dit schilderij wordt het personage gekleed in het blauw en met een "rode kaproen" soms ook geïdentificeerd als de schilder zelf.
E. Dhaenens ziet hierin een "handtekening in beeld".
Closer to Van Eyck | Further Works by Jan van Eyck (kikirpa.be)
De reflectie in de harnas van Sint Joris op het schilderij "De Maagd van kanselier Van der Paele" (1936)

Volgens sommige experts is de reflectie van Van Eijck in de Maagd Van der Paele al lange tijd bekend bij kunsthistorici. Erwin Panofsky, zou hieruit de "nodige conclusies" hebben getrokken in 1953).
Een vergrootglas is niet nodig om het te zien, deze reflectie is namelijk tussen de 5 en 6 cm op de schaal van het schilderij en lijkt sprekend op een persoon die aan het schilderen is.

Vanaf deze afstand is het gemakkelijk om te denken dat dit inderdaad een "schilderende figuur" was.
Closer to Van Eyck | Further Works by Jan van Eyck (kikirpa.be)
De man met de rode kaproen (G. Arnolfini?)(1438)

Deze personage wordt gebruikt in de hypothese dat het Arnolfini-schilderij Van Eyck en zijn vrouw Marguerite zou voorstellen.
Closer to Van Eyck | Further Works by Jan van Eyck (kikirpa.be)
De man op het Arnolfini-schilderij.(1434)

Deze personage wordt ook gebruikt in de hypothese dat het Arnolfini-schilderij Van Eyck en zijn vrouw Marguerite zou voorstellen.(zie boven)
Closer to Van Eyck | Further Works by Jan van Eyck (kikirpa.be)
Al deze schattingen zijn slechts veronderstellingen: om ze te aanvaarden, moet men ervan overtuigd zijn dat Jan van Eyck bezweken is voor het vleierij van het zelfportret.
-------------------------
Wat betreft de man met de rode tulband, zocht Panofski in de werken van Van Eyck naar een "detail" dat zijn hypothese van het zelfportret van de "Man met de rode tulband" zou bevestigen.
Deze hypothese verwees naar een beschrijving die zou gevonden in de inventaris van Thomas d'Arundel, na de dood van zijn vrouw in 1655, waarvoor geen enkel bewijs zou bestaan.
Totdat hij de reflectie op het harnas van Sint Joris op het schilderij "De Maagd met kanunnik Van der Paele" ontdekte. Deze reflectie, zichtbaar met het blote oog(6cm) en sterk lijkend op "een personage dat aan het schilderen is", was voldoende voor Panofski, die hiermee zijn "detail" had gevonden.Verder onderzoek met een vergrootglas leek hem overbodig.
De hypothese van 1655, die nooit kon worden bewezen, kon nooit als bewijs worden gebruikt en alleen deze reflectie bleef over. En dat is waar het interessant wordt!
Want aan de vraag: Welk element leidt ons tot de bewering dat de man met de rode tulband een zelfportret is?
Aangezien er geen bewijs is voor de hypothese van 1655, worden we verwezen naar de reflectie op de harnas van St. Joris, waarbij wordt aangegeven dat Van Eyck aan het schilderen is.
En hetzelfde geldt voor de andere zelfportretten waar het personage een rood hoofddeksel draagt. Ze komen allemaal samen bij deze reflectie om aan te tonen dat Van Eyck schilderd met een kaproen of een rode tulband.
Detail op de harnas van St Goerges op "De Maagd met kanunnik Van der Paele"
Maar bij het inzoomen op de hand die op de buik van het personage rust, merken we dat de hand is die verondersteld wordt te schilderen.
En als je goed kijkt, zie je dat hij tegen een spiegel leunt.
Je zou de weerspiegeling zien van,
zijn hoofd,
een deel van zijn kaproen,
zijn beide benen.(zie onder)
Als het "schilder houding" verdwijnt,(we zien trouwens geen penselen, palet of schildersezel), kunnen we dit spiegelbeeld niet meer associëren met Van Eijck of de andere "zelfportretten".
Dus dit personage gekleed in het blauw en met een rode kaproen is slechts een eenvoudige toeschouwer en niets, geen enkel detail, kan bevestigen dat het om Van Eyck gaat. Evenmin dat hij altijd met een rode kaproen of tulband schilderde.

Detail van de hand die verondersteld wordt te schilderen.

Hier zie we dat de hand is die verondersteld wordt te schilderen.
U kunt het zelf thuis bekijken om zelf en idee van te krijgen met behulp van de site:
Closer to Van Eyck (kikirpa.be)
Als Panofsky deze details met een vergrootglas had gezien, zou hij waarschijnlijk nooit deze hypothese van de reflectie hebben geopperd.
Dit is uiteraard grotendeels te danken aan de komst van de applicatie (vergrootglas) "ClosertoVanEijck". Voor deze applicatie was het vrijwel onmogelijk om deze details te zien op foto's v.w. de lagere resoluties.
Dit opent ook nieuwe mogelijkheden over de identificatie van deze zelfportretten...
deel II
De kleine personages op de Maagd van kanselier Rolin

Bij het aanschouwen van het schilderij van de Maagd van Rolin, is het duidelijk dat elk element harmonieus geproportioneerd is, of het nu gaat om gebouwen, dieren, planten of zelfs de kleine personages op de achtergrond.
Alleen deze twee personages lijken enige disproportie te vertonen ten opzichte van het geheel van het schilderij.
Eén ervan heeft benen die als te kort worden beschouwd in vergelijking met de rest van zijn lichaam, terwijl de andere een imposante beschermende zwarte kaproen draagt die waren ontworpen om de hoofden van jonge kinderen te beschermen; zijn houding geeft hem ook een kinderlijk aspect.
Het lijkt er ook op dat het personage dat wordt weerspiegeld in "De Maagd van kanselier Van der Paele" en degene die aanwezig is in "De Maagd van Rolin" één en dezelfde persoon zijn.(zelfde kleeding)
Deze twee figuren verschijnen ook op schilderijen die handelen over hetzelfde thema: een "heilig gesprek", of zeldzamer een "heilige conversatie", een christelijk religieus artistiek thema dat zich ontwikkelde vanaf de 15e eeuw in Noord-Italië en Vlaanderen, waarbij Van Eyck een van de voorlopers was in Vlaanderen. Voor hem hadden Gentile da Fabriano en Fra Angelico dit geïntroduceerd in Italië aan het begin van de 15e eeuw.
Dit thema toonde heiligen of weldoeners die in gesprek waren met de Maagd en het Kind.
Als hun identiteit niet kan worden afgeleid uit hun uiterlijk, zou deze mogelijk wel kunnen blijken uit hun kleding en attributen.
Een bron die de kledingnormen van die tijd behandelt, zou kunnen verduidelijken wie het personage aan de rechterkant is, die de "kaproen met katoen rol " draagt:
<< Oorspronkelijk was de kaproen een kap, een kledingstuk dat de schouders en een deel van de borst bedekte, voorzien van een kap die soms uitliep in een zeer lange punt, genaamd cornette. De opening rond het gezicht werd "visagière" genoemd. In de 15e eeuw onderging de kaproen een significante evolutie in zijn ontwerp. De gevoerde of met een rand versierde kaproen, voornamelijk bewaard in rouwkleding, veranderde geleidelijk in een elegant accessoire dankzij een verandering in manier van dragen. Aan het begin van de 15e eeuw kwam iemand op het bijzondere idee om de kaproen door middel van de visagière aan te trekken en een deel van de stof die voorheen over de schouders lag om het hoofd te wikkelen als een tulband. Een flap bleef bovenop de tulband vrij en vormde zo'n kuif of patje. Later werd deze drapering vervangen door een katoen rol. Dit was al wijdverspreid in kinderkleding om hun hoofd te beschermen bij vallen.
De eerste kaproen met expliciet een “katoen rol” werd geciteerd in 1435,
gedragen door Filips de Goede tijdens conferenties in Arras.>>(Vrede van Atrecht)
(Kostuum en kledingaccessoires aan het hof van Filips de Goede, tussen 1430 en 1455
Sophie JOLIVET, Universiteit van Bourgondië) (2003)
Het is wel opmerkelijk dat het schilderij van de "Maagd van Rolin" uit hetzelfde jaar 1435 dateert.
Zou het de Hertog van Bourgondië, Filips de Goede, kunnen zijn?
Dit personage draagt ook een stok!
Sommige gravures tonen de Hertog van Bourgondië met deze stok.(hij droeg hem ook niet altijd en overal).



De "Bourgondische Stok" (Bâtons de Bourgogne) is ook een element in het Bourgondische kruis.

Het wapenschild van de "Bourgondische stokken" wordt als volgt beschreven: "Een rood gekanteeld kruis, in de vorm van een Andreaskruis, dat wil zeggen twee afgesneden takken die elkaar kruisen." Het Bourgondische kruis is het embleem van het Hertogdom Bourgondië, gekozen door Jan I Hertog van Bourgondië, ook bekend als "Jan zonder Vrees" (1371-1419).
St Andreas is de beschermheilige van Bourgogne.

Tenslotte is het belangrijk om te benadrukken welke centrale positie dit personage inneemt in zo’n imposante kunstwerk. Wat E. Dhaenens beschreef het als een "Handtekening in beeld".

Afgezien van zijn "kinderachtige houding", draagt het kleine personage een tuniek in een bruin-oker kleur, vergelijkbaar met die soms gedragen door Karel de Stoute. erfgenaam van de Bourgondische staten, en zoon van Filips de Goede
Het is dus mogelijk dat dit een symbolische en gestileerde afbeelding is van de Hertog van Bourgondië en zijn zoon (die destijds slechts twee jaar oud was in 1435, wat de aanwezige symboliek rechtvaardigt). Als dat het geval is, blijven er enkele vragen overeind.
Waarom wordt de Hertog afgebeeld in het midden van het schilderij?
Was dit een wens die werd geuit door Rolin, de opdrachtgever van het werk?
Of zou het kunnen dat de Hertog dit nieuwe soort schilder thema's waarbij een” bourgeois” met de Maagd Maria praat (Rolin was niet van adel zijnde) niet op prijs stelde?
Bovendien had Rolin, als kanselier, een grote deel van zij immense fortuin aan de Hertog te danken.
Zou de Hertog aan Van Eyck, die in dienst was bij hem, hebben gevraagd om te worden opgenomen in de compositie zonder dat Rolin hiervan op de hoogte was?
Wat betreft de “reflektie “op het schilderij "De Maagd van kanunnik", gezien hij dezelfde kleding draagt,en om het zelfde thema gaat, lijkt hij dezelfde “functie” te vervullen: Die van een "Handtekening in beeld" van de Hertog.
Eind deel II van IV.
DEEL III MAN MET TULBAND(1433)
introductie

Opmerkelijk aan dit schilderij is dat het, ondanks dat het door de meeste kunsthistorici wordt afgedaan als 'zelfportret', vandaag de dag een grote populariteit geniet.
Hoewel het vaak voorzichtig vergezeld gaat van de woorden "zelfportret? " is hij overal: op de omslag van boeken, affiches en artikelen over Van Eijck.
Het moet gezegd worden dat hij zichzelf goed presenteert. Het is mooi, elegant en rijk. Veel mensen zien ook Van Eijck als "een voorbeeld van een vooraanstaand schilder, een portrettist van de groten der Aarde en dus in direct contact met hen."
Hij was ongetwijfeld beroemd, want zijn reputatie reikte tot ver buiten de grenzen van de Bourgondische staten, en zijn werk bracht hem zeker in contact met de grote figuren van die tijd. Maar "Portrettist van de groten der aarde"?
Afgezien van een kopie van een verloren gegaan portret van Isabella van Portugal, heeft hij nooit leden van de adel geschilderd.
Dit beeld, dat bedoeld is om hem af te schilderen als een soort Da Vinci, levend tussen de groten der aarde, staat in contrast met de realiteit van zijn sociale situatie.
Hij woonde met zijn familie in een volksbuurt van Brugge (Sint-Gillis), waar hij tot zijn dood in 1441 woonde en werkte. Hij werd nooit veredeld, kreeg nooit titels, land, of onroerende goederen (behalve zijn huis, die hij rond 1430 kocht).
Het ontbrak hem aan niets en hij leefde eerder in comfort dan in luxe.
identificatie
Nu niet meer bewezen kan worden dat dit schilderij een zelfportret is, noch door deze bron uit 1655, noch door de reflectie op de "maagd van de kanunnik", is er misschien een betere kandidaat voor "De man met de rode tulband".
Er worden echter nog steeds een aantal argumenten naar voren gebracht door kunsthistorici. in het bijzonder:
Eerste argument:"De kleding op het schilderij is passend voor een man met de sociale status van Jan Van Eyck."
Deze antwoord is al gegeven in de kleine introductie. En die soort dure kleding mocht ie dragen voor zijn reizen(Portugal.1429 b.v.)
Wat betreft de tweede argument:" Het directe oogcontact suggereert bovendien dat het een zelfportret is, geschilderd vanaf een spiegelbeeld."
Van Eijck heeft meer portretten van deze aard geschilderd



portret van Jan de leeuw
portret an zijn vrouw Marguerite
vera icon of Imago Christi
Bovendien is het een zwakke argument.
Een anagram van de naam van de schilder is ook verborgen in zijn handtekening: "als ich can", wat dat kan suggereert dat dit een zelfportret is.
Maar het portret van zijn vrouw is ook gesigneerd, "Als Ich Can", net als het portret van Christus "Het Vera Icon" van "Imago Christi".
Er blijft dus heel weinig over qua bewijzen.
Maar even terug bij de bron van 1655.
Het gaat terug tot de inventaris opgesteld na de dood van Alathea Talbot, weduwe van graaf Thomas of Arundel, in 1655, waar het schilderij werd gepresenteerd als een zelfportret van Van Eijck.
Onder kunsthistorici lijkt Erwin Panofsky (De Vlaamse Primitieven 1953) de oorsprong van deze neiging te zijn. Andere specialisten op dit gebied, zoals E. Dhaenens en A. Chatelêt, zien er ook een portret van Van Eijck in.
Deze "beschrijving" is niet ontkracht door het feit dat het nooit heeft bestaan, zoals de meeste kunsthistorici lijken te weten.
E. Dhanens beschrijft het in haar boek "Hubert en Jan van Eijck" (p 188) wat volgt:
<<Het portret bevond zich al rond 1643 in de collectie van de graaf van Arundel.
In de inventaris van rond 1655 wordt deze schilderij beschreven als : "ritratto de Gio van Eijck de mano sua".>> Wat "een zelfportret van Jan van Eijck" betekend.
Als deze beschrijving door de meeste kunsthistorici wordt verworpen, dan is dat omdat degene die het schreef Van Eijck nooit had gezien. Er is ook niets in de inscriptie op de lijst dat erop wijst dat hij de schilder was.
"JOHES.DE EIJCK.ME.FECIT" wat betekend, "Jan van Eijck heeft mij geschildert".
Maar waarom heeft dit schilderij een beschrijving in het Italiaans? zat ie in een italiaanse collectie voor dat D'Arundel hem kocht?

Eerst een paar details over de graaf d'Arundel.(1585-1646)
D'Arundel' reizen als speciaal gezant naar enkele van de grote hoven van Europa stimuleerden zijn interesse in het verzamelen van kunst. Hij werd bekend als mecenas en kunstverzamelaar, door Walpole omschreven als "de vader van de deugd in Engeland", en was lid van de Whitehall groep van kenners die geassocieerd werden met Charles I.
Hij bestelde portretten van zichzelf en zijn familie bij hedendaagse meesters zoals Daniel Mytens, Peter Paul Rubens, Jan Lievens en Anthony van Dyck. Hij kocht andere schilderijen van Hans Holbein, Adam Elsheimer, Mytens, Rubens en Honthorst.
Tot Arundels wetenschappelijke en literaire vriendenkring behoorden James Ussher, William Harvey, John Selden en Francis Bacon.
De architect Inigo Jones vergezelde Arundel op een van zijn reizen naar Italië in 1613 en 1614, een reis die hen tot Napels bracht.
Het is mogelijk dat dit schilderij lang na de dood van de schilder in een Italiaanse collectie terecht is gekomen. Geen enkele bron vermeldt het "verblijf" van het schilderij in Napels of elders in Italië.(links, portret door Rubens)
Is het onderzoek dan voorbij? Misschien niet!
In Till-Holger BORCHER's, (de Vlaamse primitiven en het Zuid.p. 247). 2002. Deze historicus vertelt ons het volgende:
<<Ook Jan van Eijck heeft naar zijn aansteling aan het hof van Bourgondie portretten van de Hertog van Bourgondie geschilderd, waaraan er een in het bezit was van Alphonse V van Aragon (1395-1458) in Napels.>>
Dat is interessant! Zou de man op de schilderij de Hertog van Bourgondie kunnen zijn?
Laten we dus eens kijken naar de aanwijzingen die ons in deze richting kunnen wijzen.
Eerste, was Alphonse V van Aragon zeker geen onbekend van Filips de Goede. Hij werd, als eerste Koning, ridder in de Orde van de Gulden Vlies in 1445. Order opgericht door Filips de Goede in 1430.
Als je de schilderijen "Portret van Filips de Goede" van Rogier van der Weijden (1450) en "Man met rode tulband" (1433) over elkaar legt, krijg je dit resultaat.




Deze beelden komen van de video van Philippe Sevestre:Les confidences de l'agneau mystique (youtube.com)
.
Iedereen mag beslissen, maar een zekere gelijkenis kan niet worden ontkend. Vooral omdat de twee portretten door twee verschillende artisten zijn geschilderd met een tijdverschil van meer dan vijftien jaar.
En de vraag: waarom een tulband?
Filips de Goede, die zelf de kruistochten hoog hield, werd geboren in 1396, het jaar dat zijn vader Jan zonder Vrees op kruistocht ging.(Nicopolis)
Twintig dagen na de datum op het schilderij (21 oktober 1433), zou zijn derde kind, Karel de Stoute, geboren worden (de eerste twee overleefden het niet).
Misschien wilde hij zijn vader op deze wijzen eren (die stierf in 1419). Mogelijk, maar waarom zou ie dat doen op een 21 october, zoals aangegeven op de lijst van de schilderij?
Uit een faktuur van de Hertog uit het archief van Lille:
<<EERSTE REKENING GUY GUILBAUT VAN IIJ OKTOBER M CCCC.
XIX , TOT GENOEMDE DAG M. CCCC. XX *
303 - Aan Robert le Mast, wonende in Atrecht en aan
anderen hierna genoemd, de som van
twaalfhonderd vierenvijftig livres, vijftien solz ,
unze deniers ob. parisis, koninklijke munt, die
op bevel en bevel van MdS aan hen is betaald
werd betaald, geborgen en geleverd in contanten ter gelegenheid van
en voor een plechtige dienst gehouden in de kerk van Saint
Vaast van Atrecht op XXIIIe dag van october van het jaar M CCCC et
negentien voor het zielenheil van wijlen MS de hertog
Jehan , vader van MdS.>>(MdS=MonDitSeigneur, de Hertog)
(Les Ducs de bourgogne. générale Recette,Lille, 1419-20,Comte de Laborde, page 157 (1846).
Met deze opmerking:
<<*Ik schrijf hier, in hun geheel ,de kosten die gemaakt zijn voor
de eerste herdenking dienst van hertog Jan Zonder Vrees. Ze worden
elk jaar herhalt, maar een enkel citaat is voldoende.>>
Dat zou kunnen dat elk jaar, rond de 23 october, een herdenkingdienst als herrinering aan zijn vader werd gehouden.De datum op de schilderij is 21 october 1433 .
Een andere mogelijkheid over de datum:
<<Filips de Goede huldigde zijn nieuwe monetaire systeem in op 21 oktober 1433, dat hij tot in de laatste jaren van zijn regeerperiode handhaafde. Dit uniforme betaalmiddel werd dan ingevoerd in verschillende provincies(4*)van de Nederlanden onder zijn scepter.>>
MÉMOIRES DE L'ACADÉMIE ROYALE DES SCIENCES, DES LETTRES ET DES BEAUX-ARTS DE BELGIQUE. (1861)
(* le Brabant, la Flandre, le Hainaut et la Hollande)
En als laaste aanwijzing, ook uit de archieven van Lille van M. Laborde
<<REKENING VAN JEHAN ABONNEL, IN EEN HEEL JAAR, VANAF
1 JANUARI M CCCC. XXXIII TOT XXXI DECEMBER M. Cccc.
XXXIV.
1135,Aan Johannes van Eych, dat MdS hem
aan hem gegeven, voor een compositie aan hem opgedragen, voor verscheidene
dagen door hem vrijgemaakt op bevel van MdS en madame de hertogin, voor de meest
taken en zaken meer volledig vervat in
zijn ontvangstbewijs daarop. LXXVI livres .>>
Les Ducs de bourgogne,générale Recette,Lille, Conte de Laborde.1433-34,pagina 339
Het zou naar de schilderij kunnen wijzen!
Al deze aanwijzingen kunnen natuurlijk niet
met zekerheid bewijzen dat Filips de Goede de man met de tulband is.
Maar het is wellicht beter om het spoor van de hertog van Bourgondië te volgen dan dat van het “zelfportret”, dat niet langer relevant is.
Dat was deel III, laaste deel "de Arnolfini's! Loep bij de hand! over een week.

Claude BARTHÈS
Roosendaal.
info@janvaneijckrevisitealaloupe.nl